Mendelssohn – zes orgelsonates (1845)

Ontstaan

Mendelssohn had tijdens bezoeken aan Engeland ook af en toe orgelconcerten gegeven, die goed werden onthaald. Hij speelde daar ook eigen werk, d.w.z. improvisaties. In 1844 besloten de Engelse uitgevers Coventry and Hollier om Mendelssohn een “set voluntaries” te vragen die in 1845 werden gepubliceerd, verkrijgbaar ‘via inschrijving’. De aankondiging (zie illustratie) van de uitgever verwees naar het werk als “Mendelssohn’s School of Organ-Playing“, maar deze titel werd geschrapt op verzoek van de componist (zie onder). 199 abonnees schreven in op de publicatie (£10,- each), waavan Mendelssohn £60 ontving (toenmalig Pound ca. factor 100 om de huidige waarde te benaderen).

De muziek

Al componerend besloot Mendelssohn om de ‘voluntaries’ die hij was beginnen te schrijven, om te vormen en uit te breiden tot orgelsonates. De term ‘sonate’ is hier te verstaan als een verzameling (een suite) van onderling verbonden muziekstukken. De sonates bevatten ook verwijzingen naar een Lutherse koralen (nr. 3 Aus tiefer Not, nr. 6 Vater unser im Himmelreich). In sonate 3 integreerde hij ook processiemuziek, die hij in in 1829 had geschreven voor de bruiloft van zijn zus Fanny.

De zes sonates zijn:

  • Nr. 1 in F klein (Allegro – Adagio – Andante recitativo – Allegro assai vivace)
  • Nr. 2 in C mineur (Grave – Adagio – Allegro maestoso e vivace – Fuga: Allegro moderato)
  • Nr. 3 in A majeur (gebaseerd op Luthers koraal Aus tiefer Not schrei ich zu dir) (Con moto maestoso – Andante tranquillo)
  • Nr. 4 in B♭ groot (Allegro con brio – Andante religioso – Allegretto – Allegro maestoso e vivace)
  • Nr. 5 in D groot (Andante – Andante con moto – Allegro)
  • Nr. 6 in D mineur (gebaseerd op Luthers koraal Vater unser im Himmelreich) (Koraal en variaties: Andante sostenuto – Allegro molto – Fuga – Finale: Andante)

De eerste uitvoering in Groot-Brittannië werd waarschijnlijk gegeven door Edmund Chipp in 1846. Ook in andere Europese landen werden ze snel bekend, niet in het minst omdat ze gelijktijdig in Frankrijk (Maurice Schlesinger, Parijs) in Italië (Ricordi, Milaan) en natuurlijk in Duitsland (Breitkopf & Härtel, Leipzig) werden gepubliceerd.